Navigatie

Sneller naar box-3-heffing

Per 1 januari 2018 wordt al bij de box-3-heffing meer aangesloten bij het gemiddelde werkelijk rendement over het aan het spaardeel toegerekende deel van de box-3-grondslag.
(bron: Fiscount)

Sneller naar box-3-heffing over werkelijk spaarrendement

Volgens schattingen van het CPB komt het forfaitair spaarrendement in 2018 hierdoor 0,94% lager uit. Het spaardeel weegt in de eerste vermogensschijf tot € 100.000 voor 67% mee, waardoor het forfaitair rendement in die schijf 0,63% (van 2,65% naar 2,02%) lager uitkomt. Naast de grondslagwijziging gaat ook het heffingsvrije vermogen per 1 januari 2018 omhoog van € 25.000 naar € 30.000. De wijzigingen in box 3 zijn dan ook vooral voordelig voor de kleine spaarders.

De verhoging van het heffingsvrije vermogen werkt bovendien gunstig door op het recht op toeslagen. De wijzigingen in de box-3-heffing staan in de nota van wijziging bij het Belastingplan 2018. Hierin zijn ook de volgende maatregelen uit het regeerakkoord opgenomen:
-verhoging van de ouderenkorting (in 2019 met € 160) en introductie van de geleidelijke inkomensafhankelijke afbouw van het lage bedrag van de ouderenkorting;
-vanaf 2019 geleidelijke afschaffing van de uitbetaalbaarheid van de inkomensafhankelijke combinatiekorting en de arbeidskorting;
-in de vennootschapsbelasting wordt de verlenging van de eerste tariefschijf per 1 januari 2018 teruggedraaid en gaat het effectieve Vpb-tarief van de innovatiebox omhoog van 5% naar 7%.